de verfijnde elegantie van het fietswiel

Over de vele relaties die er tussen kunst, wetenschap en techniek bestaan

Bij veel kunstenaars bestond een enthousiaste belangstelling voor wetenschap en techniek. In het tweede nummer van 'De Stijl, Maandblad voor de moderne beeldende vakken' (november 1917) schreef de Italiaanse futuristische schilder Gino Severini:

 "Het construeren van een machine is analoog met het construeren van een kunstwerk  Een mooie machine roept een gevoel van genot en bewondering op, een esthetisch genot dat universeel is en overeenkomt met wat we bij een kunstwerk ervaren"

In zijn opstel 'Kunst en machine' onderscheidde architekt Oud 'de kunst' en het  'technisch-industriële': 

"De eenheid dezer beide stroomingen vormt het wezen van den nieuwen stijl."

Architecten waren met dit geluid al enigszins vertrouwd. Vijftien jaar eerder had de architekt en historicus Herrnann Muthesius in de architectuur geschiedenis een plaats ingeruimd voor ingenieurswerken als het Londense Crystal Palace (Paxton 1851), de Parijse Eiffeltoren en Halle des Machines (Eiffel, 1889; Dutert en Contamin, 1889) 

Dit sentiment werd gedeeld door de Nederlandse Stijl-medewerkers. Sedertdien hebben zij gewezen op de esthetiek van bruggen, stationsoverkappingen, vuurtorens en graansilo's en de verfijnde elegantie van het fietswiel. Het enthousiasme van de futuristen groeide intussen tot een overtuiging die gedeeld werd door veel jonge, internationaal georiënteerde kunstenaars. 

In 1922, voor het Düsseldorfse congres van progressieve kunstenaars, verklaarden Van Doesburg, El Lissitzky en Hans Richter: 

"De kunst is, evenals wetenschap en techniek, een methode om het algemene leven te organiseren....geen droom ... geen middel om kosmische geheimen te ontdekken, maar algemene en reële uitdrukking van creatieve energie ter organisatie van de menselijke vooruitgang."

Flying City on the Aerial Paths of Communication. Communal House Moskou G Krutikov Vkhutemas 1928 [Klik voor animatie op link]

Het bleef niet bij manifesten. De Russische constructivisten Lissitzky en Tatlin realiseerden hun visie in funktionele architektuurontwerpen, bewegende monumenten en theaterbouw. Het Bauhaus richtte zich met Laszlo Moholy-Nagy en Marcel Breuer bewust op industriële productie en ook andere opleidingsinstituten kregen belangstelling voor technologie.

In Nederland sprak de ontwerper Piet Zwart in 1929 de Nederlandsche Vereeniging van Ambachts- en Nijverheidskunst toe: 

"De wetmatigheid van de techniek verrijkt de waarneembare wereld met nieuwe kwaliteiten en werkwijzen. Een gilette is wezenlijk anders dan een scheermes, een loudspeaker wezenlijk anders dan een scheepsroeper; met onze "smaak" waren deze dingen niet gevonden" 

Binnen de kunst bestonden er tegengestelde visies: naast de ijveraars voor een synthese van kunst, wetenschap en techniek bleven er velen, die dat een ongewenste, gevaarlijke ontwikkeling vonden.

We kunnen een heel grove indeling van de stof maken en een paar categorieën onderscheiden:

  • Kunst als illustratie van wetenschap en techniek;
  • Kunst die gebruik maakt van wetenschappelijke ideeën en technische mogelijkheden;
  • Kunst die commentaar levert op wetenschap en techniek;
  • Kunst die met wetenschap samenvalt en kunst als een vorm van onderzoek;
  • Wetenschap en techniek gezien als kunst.

Samenstelling bronmateriaal  ten behoeve van ckv-2 (profiel C&M) voor havo en atheneum. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. 

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven.

02/01/2010 last update